Aanval op het mobiliteitspakket voor het transport

Maandag 29 maart 2021

Op het eerste gezicht zou je zeggen dat we ons geen zorgen hoeven maken. Het mobiliteitspakket is door veel landen goedgekeurd en de regels worden nu stap voor stap doorgevoerd. Toch begonnen na de goedkeuring de eerste signalen te komen dat vooral landen die het werkterrein in een andere lidstaat hebben inzagen welke consequenties op de loer lagen.

Veel bedrijven hebben nu hun businessmodel afgestemd op het zo laag mogelijk houden van de sociale lasten en dus de kosten wagen en chauffeur, door hun werkterrein te installeren in lidstaten waar de kosten wagen plus chauffeur vele malen hoger liggen. Registreren Je hoeft geen econoom te zijn om te begrijpen dat door deze constructies beloningen voor geleverd werk niet omhoog kunnen gaan. Dit kan alleen wanneer iedereen ongeveer hetzelfde kan vragen om er nog iets aan over te houden. Ook bedrijven in landen waar de kosten wagen plus chauffeur duurder zijn hebben veelal een kantoor geopend en wagens aangeschaft in de goedkopere landen, om zo met dit fenomeen te kunnen meedoen. Een voorbeeld hiervan is wanneer Nederlandse en Belgische bedrijven wagens in Roemenië registreren en chauffeurs op de loonlijst van Roemenië zetten, maar daadwerkelijk aaneengesloten in Nederland of België opereren. Zo kunnen Belgische of Nederlandse prijzen worden gevraagd, terwijl de wagen met chauffeur uit een goedkopere lidstaat komt. 

Dit was in het begin van de vrijhandel een zeer lucratief verdienmodel, waardoor bedrijven explosief konden groeien. Op de langere termijn kwam naar voren dat de vrachtprijzen dusdanig onder druk kwamen te staan dat bedrijven die niet met dit businessmodel konden werken het zeer moeilijk kregen om winst te behalen. Een kanttekening hierbij is dat enkel een gezond, kapitaalkrachtig bedrijf in staat is goed voor zijn personeel te zorgen. Winnen Het mobiliteitspakket zal helpen om gelijke concurrentie op de vrachtmarkt te krijgen, waardoor de prijzen na jaren weer met de economie kunnen meestijgen. De landen die wagens en chauffeurs aan de duurdere lidstaten leveren zijn daar natuurlijk niet blij mee. Een lidstaat als Roemenië plukt wel de vruchten in de vorm van hoge inkomsten, maar heeft praktisch geen lasten. De aanval van deze landen op het mobiliteitspakket was wel te verwachten, omdat men nu de lasten erbij gaat krijgen. Roemenië roept nu dat 200.000 chauffeurs eventueel op straat zouden komen, wat dus inhoudt dat in Roemenië zelf die wagens en chauffeurs niet nodig zijn. Het wel zo dat er op het moment een chauffeurstekort is, dus die zouden kunnen emigreren, denken wij dan maar.

Dat België meegaat in de aanval op het mobiliteitspakket verbaast ons zeer. De enige reden die wij hiervoor kunnen bedenken is dat er nu zoveel bedrijven zijn die van het bovenstaande businessmodel gebruik maken, dat België angstig is dat deze bedrijven zullen omvallen als men moet meegaan en westerse vrachtprijzen moet vragen. Petitie Het is zeker niet vanzelfsprekend dat de aanval op het mobiliteitspakket de grond kan worden ingeboord. Al is het voor de meesten een duidelijk verhaal, juridisch is het zeer moeilijk te voorspellen. Als er ook maar één wet of sub-wet wordt gewonnen, kan het hele mobiliteitspakket gaan wankelen en zullen degenen die de aanval hebben geopend zich machtiger gaan voelen. De aanval is nu vooral gericht op de 4 dagen rust nadat men 3 cabotageritten heeft uitgevoerd. Deze opzet is een doorn in het oog van bedrijven die vrachtwagens op kenteken van een andere lidstaat in bv. Nederland en België laten rondrijden om daar de bevrachtingen te doen. Transporteffect/Chauffeursnieuws is momenteel aan het lobbyen om genoeg kracht te krijgen voor het verweer.