Transporteurs moeten gaan leren samenwerken in de toekomst

Dinsdag 15 februari 2022

Tijden veranderen en met de komst van een heel ander wagenpark is er geen ontkomen meer aan: transporteurs moeten gaan samenwerken en kunnen niet meer alle vrachten voor zichzelf houden.

Er zit al heel snel een fossielebrandstoffenvrij, schoner wagenpark aan te komen en niet meewerken is geen optie meer.

Het probleem dat de overstap bemoeilijkt is dat nog erg onduidelijk is hoe het eruit gaat zien. Wordt er ingezet op waterstof, op hybride of op electrisch met batterijen?

Deudekom

Als we naar Deudekom kijken en Fred Helsloot horen spreken wordt duidelijk dat er veel bij komt kijken.
Deudekom is al vanaf 2014 bezig met het vergroenen van het wagenpark.
Op het terrein zijn laadstations ingericht, die overdag ook toegankelijk zijn voor andere transporteurs.
Dit zal ook de toekomst worden, vermoeden wij. Transporteurs moeten bij elkaar kunnen opladen, zodat de logistieke planning niet vastloopt.
Nu werkt het vaak met blokken en een chauffeur kan op een dag wel drie keer van wagen moeten wisselen, wat natuurlijk verre van efficiënt is.
Een chauffeur zal steeds vaker geen eigen wagen kunnen hebben, waardoor op een wagen springen meer regel dan uitzondering zal worden.

Walther Ploos van Amstel

Wat nogal eens wordt vergeten is
dat de chauffeur mee moet gaan in de transitie en dat andere kennis nodig is om het redement uit de wagen te halen.
Volgens Walther Ploos van Amstel (Bedrijfseconoom) kan een slechte chauffeur tot 78% meer stroom nodig hebben om het voertuig te besturen.

Als we luisteren naar Andries Vlot, algemeen directeur TSN Groen dat zich inzet om zoveel veel mogelijk te vergroenen, blijkt ook dat de planning van ritten totaal moet veranderen.
Zo moet eerst worden gekeken naar de actieradius (bereik) van een voertuig en daarop moet de planning worden gemaakt.

Andries Vlot

Deudekom werkt al volgens het toekomstplaatje.
Bulkgoederen worden aangeleverd in de hubs en vandaaruit worden de steden en de omgeving bevoorraad door elektrische voertuigen.
Wij geven ook altijd aan dat deze manier in heel Nederland toekomst heeft en we gaan zelfs een stap verder.
Er zouden 5 of 6 punten moeten komen waar goederen voor heel Nederland binnenkomen en verder met duurzame voertuigen naar de eindbestemming worden vervoerd.
We zien ook dat er veel meer bij komt kijken; zo wordt vaak onderschat waar de batterijen kunnen worden opgeladen wanneer men elektrisch gaat rijden.
Ook zien we veel onbekende merken op de markt komen, wat problemen kan opleveren voor onderhoud en reparaties als daarvoor weinig steunpunten zijn.

Het baart ons wel zorgen dat de transitie naar berekening vanaf 2030 in een stroomversnelling zal komen, wat zou betekenen dat voertuigen met fossiele brandstoffen worden afgedankt en de tweedehandsmarkt zullen overspoelen.
Het is wel een pluspunt dat men, zoals Andries Vlot aangeeft, bezig is om bestaande dieselmotoren om te bouwen naar een elektrische aandrijving.
Maar nog steeds zijn er zeer veel verschillende transportmogelijkheden, waarbij het ook erg veel uitmaakt of er nationaal of internationaal wordt gereden.

Wij blijven erbij dat waterstof de beste oplossing zal zijn voor afstanden en voor alle soorten van transport.
Daarbij kan waterstof overal gemaakt worden, waardoor je niet afhankelijk bent van de paar gebieden waar lithium gewonnen wordt. Bedenk hierbij dat deze grondstof enorm in prijs zal stijgen wanneer de vraag hiernaar zal toenemen.
Met de overstap naar waterstof zal de transitie voor bedrijven een stuk makkelijker worden en hoeven er geen hele bedrijfsstructuren te worden aangepast.
Voor de chauffeur zal het werk ook een stuk aangenamer blijven en het zal niet veel uitmaken of iemand nu waterstof of een fossiele brandstof zal tanken.