Verdwijning nulurencontract in het transport

De eerste 26 weken van de arbeidsovereenkomst is een nulurencontract mogelijk. Na deze 26 weken is dit alleen mogelijk als het in een cao is opgenomen.
Voor chauffeurs was het een uitkomst als je bijvoorbeeld na je pensionering nog wat wilde werken.
Nu gaan er stemmen op om een nulurencontract af te schaffen.

Voor veel sectoren zal dit geen probleem zijn en zal het meer zekerheid geven. Overigens werknemers met een nulurencontract zijn verplicht om te komen werken als de werkgever hem, minimaal vier dagen van tevoren, oproept. Dit vergeten veel mensen en het is dus niet zoals je bij een uitzendbureau staat ingeschreven. Omgekeerd is de werkgever ook verplicht om de werknemer op te roepen als er werk is.
De verplichting om te komen werken is vaak een groot nadeel, omdat je niet zomaar op vakantie kunt of andere dingen kunt doen.
Andere grote nadelen voor de werknemer zijn het nooit zeker zijn van inkomen en dat de werkgever uitmaakt wanneer hij je kan gebruiken.
Je bent ook afhankelijk van één werkgever, waardoor een uitzendorganisatie vaak een betere optie kan zijn. Er is geen opkomstplicht en uitzenders hebben meer inzetmogelijkheden, waardoor je op meerdere kaarten kunt inzetten en dus meer kans op inkomsten hebt.

Volgens minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) is afschaffen van het nulurencontract een goede zaak.
Voor jongeren is een nulurencontract zeker geen goede basis voor een carrière en zekerheid, temeer doordat je altijd beschikbaar moet zijn voor de werkgever en je er dus geen baan naast kunt hebben.
Hierin kunnen we wel met de minister meegaan.
Aan de andere kant zijn er de ouderen die het vaak leuk vinden - maar soms helaas genoodzaakt zijn - om naast hun AOW en pensioen nog wat bij te werken, iets dat we vooral in het transport vaak zien.
Voor hen is een nulurencontract niet per se de slechtste optie, en met de huidige chauffeurstekorten is het voor transportondernemers vaak een uitkomst.

De minister wil nu een nulurencontract veranderen in een basiscontract. Dit moet dus meer zekerheid geven voor een werknemer, en daarbij behoud je het recht op ww en ziektegeld over de uren die in het contract staan.
Een basiscontract geeft aan hoeveel uur er gewerkt moet worden en je bent zeker van enig inkomen. Ook kun je dan wel een baan ernaast nemen, omdat je niet altijd beschikbaar moet zijn voor één werkgever.

Voor een werknemer heeft dit dus zeker voordelen, maar voor werkgevers is het minder flexibel. De uren die in het basiscontract staan moeten altijd worden uitbetaald, of deze nu gewerkt zijn of niet. Voor een werkgever was het nulurencontract juist een veilige manier om iemand van werk te kunnen voorzien en nu zal er toch weer een drempel ontstaan.
Wij denken dus dat uitzendorganisaties een nog grotere rol zullen gaan spelen mocht het nulurencontract worden afgeschaft.
Overigens hebben uitzendkrachten én payrollkrachten recht op hetzelfde salaris als medewerkers die rechtstreeks in dienst zijn bij de opdrachtgever (de organisatie waar je via het uitzendbureau gaat werken). Bovendien hebben ook uitzendkrachten minimaal recht op het minimumloon. Dit is wettelijk al geregeld en het is dus een fabel dat je van je uurloon ook de uitzendorganisatie betaalt.